In de beeldvorming rond Brussel wordt de Noord-Zuidverbinding over het algemeen gezien als een trauma, een grandioze fout en het resultaat van het ontbreken van een voluntaristisch en coherent stedenbouwkundig beleid. (re)compose the city bekijkt de periode waarin werd nagedacht over die Noord-Zuidverbinding, van 1836 tot 1952, vanuit een ander perspectief: als een periode waarin volop stedenbouwkundig onderzoek plaatsvond naar de omvorming van Brussel tot hoofdstad van België. De tentoonstelling is gebaseerd op verschillende projecten die nooit gerealiseerd werden maar niettemin richting hebben gegeven aan die periode. Wedstrijdvoorstellen, onderzoeksprojecten of andere alternatieve voorstellen komen rechtstreeks uit de archief- en documentatiecollecties van CIVA. Ontdek de plannen en voorstellen van de hand van o.m. Victor Bourgeois, Victor Horta, René Pechère, Henry Lacoste, Renaat Braem, Jean-Jules Eggericx, Gaston en Maxime Brunfaut of Luc Deleu en maak kennis met hun ideeën over het tracé, de projecten rond de drie hoofdstations, de Albertinabibliotheek en het Rijksadministratief Centrum.
Volwassenen : 10€ / groepstarief : 8€ / studenten en senioren : € 5 / -18 jaar: gratis
In de beeldvorming rond Brussel wordt de Noord-Zuidverbinding over het algemeen gezien als een trauma, een grandioze fout en het resultaat van het ontbreken van een voluntaristisch en coherent stedenbouwkundig beleid. (re)compose the city belicht de periode waarin werd nagedacht over de Noord-Zuidverbinding. Die periode, van 1836 tot 1952, kunnen we zien als een laboratorium waarin volop stedenbouwkundig onderzoek plaatsvond naar de omvorming van Brussel tot hoofdstad van België. De tentoonstelling is gebaseerd op verschillende projecten die nooit gerealiseerd werden maar niettemin richting hebben gegeven aan die periode. Het zijn projecten die geselecteerd werden uit een reeks wedstrijdvoorstellen, onderzoeksprojecten of andere alternatieve voorstellen en die rechtstreeks uit de archief- en documentatiecollecties van CIVA komen.
Het denken rond de spoorwegverbinding tussen de beide terminusstations Noord en Zuid heeft in werkelijkheid geleid tot een veel bredere stedenbouwkundige reflectie op de schaal van de hele hoofdstad. Dat was zo vanaf het begin, in 1836, aangezien het tracé nauw verbonden was met de inplanting van een station in het hart van de stad. En dat was zeker zo bij het hervatten van de bouw van de tunnel in 1935, aangezien de keuze voor een open werf over een lengte van 2 kilometer de heropbouw impliceerde van de hele stedelijke structuur. Tegelijk bood de Noord-Zuidverbinding Brussel en de Belgische Staat de gelegenheid om vorm te geven aan hun respectieve ambities voor de hoofdstad: de stad met zijn beleid van sanering en modernisering en het land met een aantal nationale voorzieningen, zoals de Albertinabibliotheek en het Rijksadministratief Centrum.
De Noord-Zuidverbinding wordt vaak beschouwd als compleet ontdaan van enige totaalvisie. Toch vormen de plannen voor het tracé ervan maar ook de urbanisatievoorstellen voor Brussel, de projecten voor de drie hoofdstations, de wedstrijden voor de Albert I-bibliotheek en de ideeën voor een Rijksadministratief Centrum even zoveel vraagtekens bij de stad en zijn ontwikkeling. Ze zijn in de tentoonstelling aanwezig, via architectuurtekeningen en onderdelen van grotere structuren die de grote politieke, architecturale en vastgoedambities belichamen.
(re)compose the city toont opties die geen deel uitmaken van de stad van vandaag maar wel het debat over de huidige verstedelijking van Brussel kunnen voeden.