In de tentoonstelling Operational Aesthetics stelt Philippe Potié een reflectie voor over de geschiedenis en de toekomst van de steden in een breder historisch en geografisch perspectief. In vier hoofdstukken wordt de verhouding tussen tijd en ruimte onderzocht, die het leven van de mens beheerst: De Tijd van de Goden, de Tijd van de Mens, de Tijd van de Machines en de Tijd van de Wolken. Philippe Potié is architect en doctor in de Architectuur, gediplomeerd aan de Ecole nationale supérieure d’architecture van Grenoble en de Ecole des hautes études en sciences sociales te Parijs. Hij is promotor in het onderzoekscentrum LéaV ENSA-V Paris-Saclay. Potié doceert aan de Ecole nationale supérieure d’architecture van Versailles. Het bezoek aan de tentoonstelling Operational Aesthetics met Philippe Potié en de lezing zijn in het Frans.
volwassenen: 10€ / groepstarief : 8€ / studenten en senioren : € 5 / -18 jaar: gratis
De Architecten van de Tijd
Door de ruimte af te bakenen kunnen we de tijd bewonen. De steencirkel, de
houten omheining, de aardeberm, allemaal omkaderen ze het lot door aan
het verloop van de tijd een mogelijk scenario toe te kennen. Door een ruimte
af te sluiten, bakent een muur tegelijk een plaats en een tijd af: de gewijde
tijd van de tempel, de wereldlijke tijd van menselijke activiteiten. Maar
ongeacht of deze afbakening gewijd wordt aan god of aan de mens, hij
begrenst de tijd door aan te kondigen welke handelingen binnen de ruimte
zullen plaatsvinden. Van de versterkte vestingmuur tot de eenvoudige
tuinhaag legt de omheining de indeling vast in de tijd, zijn ritmes, zijn
tragische of gelukkige toon. De ruimte afbakenen, de cirkel sluiten, dat is de
illusie creëren van redding, van leven, de illusie dat je – hoe kort ook – een
deel van de tijd beheerst; het is geloven in het lot, in contrast met de
onzekerheid van de wereld. De bouw van een muur is als een horloge, met
een veer die de mens kan opwinden en waarvan hij, wanneer hij dat wenst,
de beweging kan versnellen of vertragen. Architectuur is een fictie van de
tijd: de utopie van een tijd waarin we het verloop van de geschiedenis
kunnen beheersen.
Om de dynamiek van dit proces te begrijpen, moeten we vertrekken van het
inmiddels door de cognitieve wetenschappen en de psychologie goed
gedocumenteerde feit dat de menselijke geest – de hersenen dus –
voortdurend een coherente ruimtetijd creëren die ons in staat stelt de
wereld te begrijpen en waarin we een project kunnen ontwikkelen dat ons
leven zin geeft. Dit automatische en quasi onbewuste mechanisme blijft
moeilijk waar te nemen, hoewel het essentieel is voor ons zijn.
Het korte leven van een microscopisch klein zeediertje zal ons dankzij zijn
contrast helpen het belang te begrijpen van deze “obsessie” van onze
hersenen om een ruimtetijd te construeren. Bij zijn geboorte moet zo’n klein
zeediertje (Ascidiacea), niet meer dan een spijsverteringskanaal dat zich
voedt met plankton, zich haasten om een rots te vinden waaraan het zich
voor de rest van zijn leven kan hechten. Daartoe ontwikkelt het een
verplaatsingsstrategie om zijn habitat te kunnen verbeteren. Om dat te doen
beschikt het over hersenen, die uiteraard uit niet meer dan enkele neuronen
bestaan maar hem wel helpen in zijn zoektocht. Zodra het diertje zich heeft
vastgezet aan een rots, is hij gerustgesteld en hoeft hij zich geen zorgen
meer te maken over toekomstige projecten. Dus verorbert hij datgene wat
hem niet meer dient: zijn brein.
Wij mensen zijn daarentegen gedoemd om verantwoordelijk te blijven voor
ons bestaan, voor ons lot. Als resultaat van onze evolutie is onze cortex altijd
blijven groeien, waardoor we dieren zijn geworden die soms wel gelukkig,
maar altijd onrustig zijn; nooit tevreden met wat we hebben, altijd op zoek
naar een nieuwe rots waaraan we onze dromen kunnen hechten.
Philippe Potié